Top 100 Spaanse woorden

Wij geloven dat je eerst de belangrijkste Spaanse woorden moet leren om je reis op weg naar vloeiend Spaans spreken op de juiste manier te beginnen. De Spaanse woordenlijst hieronder bevat 100 van de meest gebruikte Spaanse woorden. Bekijk voor meer van dat soort woordenschat ons gele Spaanse woordenschatboek aan het einde van deze pagina.
Spaans woordenschat 1-20
Spaans woordenschat 21-60
Spaans woordenschat 61-100


Spaans woordenschat 1-20


NederlandsSpaans  
ik in het Spaansyo
je/jij in het Spaans
hij in het Spaansél
zij in het Spaansella
het in het Spaanseso
we/wij in het Spaansnosotros
jullie in het Spaansustedes
zij in het Spaansellos
wat in het Spaansqué
wie in het Spaansquién
waar in het Spaansdónde
waarom in het Spaanspor qué
hoe in het Spaanscómo
welke in het Spaanscuál
wanneer in het Spaanscuándo
dan in het Spaansentonces
als in het Spaanssi
echt in het Spaansrealmente
maar in het Spaanspero
omdat in het Spaansporque
Ling App Ad
Ling App Ad
Advertisement

Spaans woordenschat 21-60


NederlandsSpaans  
niet in het Spaansno
deze in het Spaanseste
Ik heb dit nodig in het SpaansNecesito esto
Hoeveel kost dit? in het Spaans¿Cuánto cuesta esto?
dat in het Spaansese
alle in het Spaanstodos
of in het Spaanso
en in het Spaansy
weten in het Spaanssaber (sé, supe, sabido)
Ik weet het in het SpaansLo sé
Ik weet het niet in het SpaansNo lo sé
denken in het Spaanspensar (pienso, pensé, pensado)
komen in het Spaansvenir (vengo, vine, venido)
zetten in het Spaansponer (pongo, puse, puesto)
nemen in het Spaanstomar (tomo, tomé, tomado)
vinden in het Spaansencontrar (encuentro, encontré, encontrado)
luisteren in het Spaansescuchar (escucho, escuché, escuchado)
werken in het Spaanstrabajar (trabajo, trabajé, trabajado)
praten in het Spaanshablar (hablo, hablé, hablado)
geven in het Spaansdar (doy, di, dado)
leuk vinden in het Spaansgustar (gusto, gusté, gustado)
helpen in het Spaansayudar (ayudo, ayudé, ayudado)
houden van in het Spaansamar (amo, amé, amado)
bellen in het Spaansllamar (llamo, llamé, llamado)
wachten in het Spaansesperar (espero, esperé, esperado)
Ik vind je leuk in het SpaansMe gustas
Ik vind dit niet leuk in het SpaansNo me gusta esto
Hou je van mij? in het Spaans¿Me quieres?
Ik hou van jou in het SpaansTe amo
0 in het Spaanscero
1 in het Spaansuno
2 in het Spaansdos
3 in het Spaanstres
4 in het Spaanscuatro
5 in het Spaanscinco
6 in het Spaansseis
7 in het Spaanssiete
8 in het Spaansocho
9 in het Spaansnueve
10 in het Spaansdiez
101 Ad
101 Ad
101 Ad
Advertisement

Spaans woordenschat 61-100


NederlandsSpaans  
11 in het Spaansonce
12 in het Spaansdoce
13 in het Spaanstrece
14 in het Spaanscatorce
15 in het Spaansquince
16 in het Spaansdieciséis
17 in het Spaansdiecisiete
18 in het Spaansdieciocho
19 in het Spaansdiecinueve
20 in het Spaansveinte
nieuw in het Spaansnuevo (nueva, nuevos, nuevas)
oud in het Spaansviejo (vieja, viejos, viejas)
weinig in het Spaanspocos (poco, poca, pocos, pocas)
veel in het Spaansmuchos (mucho, mucha, muchos, muchas)
hoeveel? in het Spaans¿cuánto?
hoeveel? in het Spaans¿cuántos?
fout in het Spaansincorrecto (incorrecta, incorrectos, incorrectas)
correct in het Spaanscorrecto (correcta, correctos, correctas)
slecht in het Spaansmalo (mala, malos, malas)
goed in het Spaansbueno (buena, buenos, buenas)
gelukkig in het Spaansfeliz (feliz, felices, felices)
kort in het Spaanscorto (corta, cortos, cortas)
lang in het Spaanslargo (larga, largos, largas)
klein in het Spaanspequeño (pequeña, pequeños, pequeñas)
groot in het Spaansgrande (grande, grandes, grandes)
daar in het Spaansallá
hier in het Spaansaquí
rechts in het Spaansderecha
links in het Spaansizquierda
mooi in het Spaanshermoso (hermosa, hermosos, hermosas)
jong in het Spaansjoven (joven, jóvenes, jóvenes)
oud in het Spaansviejo (vieja, viejos, viejas)
hallo in het Spaanshola
tot later in het Spaansnos vemos más tarde
oké in het Spaansvale
wees voorzichtig in het Spaanscuidate
maak je geen zorgen in het Spaansno te preocupes
natuurlijk in het Spaanspor supuesto
goedendag in het Spaansbuen día
Hoi in het Spaanshola



Downloaden als PDF

Vocabulaireboeken Spaans

Leer Spaans - Snel / Gemakkelijk / Efficiënt

Leer Spaans - Snel / Gemakkelijk / Efficiënt

Dit boek bevat een reeks woordenlijsten met 2000 van de meest voorkomende woorden en zinnen, gerangschikt op basis van hun voorkomen in dagelijks taalgebruik. Dit vocabulaireboek volgt de 80/20-regel: het zorgt ervoor dat u eerst de belangrijkste woorden en zinsstructuren leert om u te helpen snel vooruitgang te boeken en gemotiveerd te blijven.
Spaans vocabulaireboek

Spaans vocabulaireboek

Dit vocabulaireboek bevat meer dan 3000 Spaanse woorden en zinnen die zijn gesorteerd per onderwerp, zodat u eenvoudig kunt kiezen wat u eerst wilt leren. Bovendien bevat de tweede helft van het boek twee indexsecties die als basiswoordenboeken kunnen worden gebruikt om woorden in een van de twee talen op te zoeken. De 3 onderdelen samen vormen een geweldige informatiebron voor cursisten van alle niveaus.


Flashcards Spaans

Flashcardo

Gratis Spaanse Flashcards

Op Flashcardo kun je gratis online flashcards vinden voor meer dan 50 talen die je zullen helpen je vaardigheden in een hoog tempo te verbeteren

Gratis Leermaterialen